Familiedrama deel 1: De herfst van de geheimen

 

De regen striemde tegen de ramen, en Margot staarde naar de druppels die in lange banen naar beneden gleden. Ze liet haar vingertoppen over het glas glijden en zuchtte diep. Achter haar klonk het gestommel van haar dochter, Lotte, die gespannen naar haar telefoon keek.
“Mam,” begon Lotte zonder op te kijken, “wanneer gaan we nou weer eens naar opa?”
Margot draaide zich om en keek naar haar dochter. Het was een onschuldige vraag, maar het voelde als een klap in haar gezicht. Elke keer als ze naar haar familie ging, voelde ze zich opgeslokt door een duister, onzichtbaar web van oude ruzies, niet-uitgesproken woorden en onderdrukte frustraties.
“We gaan zondag, voor zijn verjaardag,” antwoordde Margot. Ze probeerde luchtig te klinken, maar haar stem klonk alsof haar keel werd dichtgeknepen.
“O, gezellig,” mompelde Lotte zonder op te kijken.

Zondagmiddag stond Margot met Lotte bij de zware, houten deur van het oude huis waar haar opa, Hendrik, woonde. Het huis was imposant, met hoge ramen en een uitstraling die net zo dreigend was als de man die er woonde. Margot voelde haar hart sneller kloppen terwijl ze haar dochter aankeek.
“Laten we dit gewoon even doorstaan, oké?” zei ze met een geforceerde glimlach.
Lotte haalde haar schouders op en rolde met haar ogen. “Mam, doe niet zo dramatisch.”
Toen de deur openging, werden ze begroet door Evelien, Margots oudere zus. Haar haar was keurig opgestoken, en haar glimlach was even strak als de blouse die ze droeg.
“Oh, Margot, leuk dat je er ook bent,” zei Evelien, waarbij ze haar mondhoeken nauwelijks omhoog bewoog.
“Evelien,” antwoordde Margot kort en stapte langs haar heen de gang in. Ze voelde direct de spanning in haar schouders toen ze de woonkamer binnenliep. Daar zat opa Hendrik in zijn grote leunstoel, met zijn scherpe ogen die haar onmiddellijk in zich opnamen.
“Margot, altijd zo stipt,” zei hij met een knikje. “Kom, ga zitten.”
Margot zag haar jongste broer, Alex, een beetje verloren in een hoek zitten. Zijn ogen waren bloeddoorlopen, en hij leek nerveus zijn handen te wringen. Tom, haar andere broer, zat rustig naast opa, alsof hij probeerde het evenwicht te bewaren tussen iedereen. Het voelde alsof elk familielid zijn vaste plek had in dit spel van spanning en zwijgzaamheid.
“Nog een drankje, iemand?” vroeg Evelien met een scherpe blik naar Alex, die al genoeg op had.
“Nee, dank je,” mompelde Margot.
De middag verliep zoals ze gevreesd had. Opa vroeg iedereen uit over werk, kinderen, relaties, alsof hij het allemaal onder controle moest houden. Toen hij bij Alex kwam, verzwaarde de stilte in de kamer.
“En jij, Alex? Al een baan gevonden?” vroeg Hendrik, zijn blik snijdend als een mes.
Alex lachte schamper en richtte zijn blik op de grond. “Nee, opa. Ik leef mijn eigen leven.”
“Leven? Leven?” spuugde Evelien, alsof ze haar kans om te prikken niet kon laten liggen. “Je bedoelt overleven, van de ene verslaving naar de andere.”
“Jij hebt makkelijk praten!” riep Alex terug, terwijl hij opstond en een wankele stap naar haar zette. “Jij hebt altijd alles gekregen!”
“Dat is niet waar, Alex!” siste Evelien. Ze was opgestaan, haar gezicht rood van woede.
“Genoeg!” bulderde Hendrik. Zijn ogen dwaalden over de gezichten van zijn kleinkinderen. “Ik wil geen geruzie in mijn huis.”

Margot voelde de kille spanning, als een deken die om haar heen werd geslagen. Ze keek naar Lotte, die wijdbeens op haar stoel zat en ongemakkelijk van links naar rechts wiebelde.
“Mam,” fluisterde Lotte, “kunnen we alsjeblieft weg?”
Margot knikte en stond op. “Opa, bedankt voor de uitnodiging, maar we moeten gaan.”
Hendrik knikte kort, maar zijn ogen zeiden meer dan zijn woorden. “Denk eraan, Margot,” zei hij met een koele glimlach. “Je komt niet zomaar weg van je familie.”
Terwijl Margot en Lotte de gang uitliepen, hoorde ze Alex nog iets mompelen, iets wat ze nauwelijks kon verstaan: “Ze komen nooit zomaar weg, niemand…”
In de auto voelde Margot een vreemd soort opluchting. Ze staarde naar de kale bomen langs de weg en voelde de vage echo van Alex’ woorden in haar achterhoofd.