Representeren is een bijzondere ervaring. In een opstelling is er altijd een vraagsteller die een vraag heeft over een persoonlijk probleem in zichzelf en meestal ook met anderen. Tijdens een opstelling wordt gekeken of er oorzaken zijn te vinden in de familie/voorouderlijn van de vraagsteller. Een aantal deelnemers (representanten) zal worden gevraagd om de rol van een familielid op zich te nemen. Zodra je als representant in een opstelling wordt gezet, kun je bepaalde gewaarwordingen krijgen die te maken hebben met de persoon die je representeert, ook al heb je nauwelijk informatie over die persoon. Het kan zijn dat je door een gevoel wordt overvallen of dat je je er langzaam maar zeker bewust van wordt. Iedereen heeft in opstellingen het vermogen zich in te leven in een ander die niet aanwezig is.
Er zijn veel pogingen gedaan om dit proces te verklaren, maar dat is nog niet echt gelukt. Je mag erop vertrouwen dat het inleven in een ander vanzelf gebeurt.
Je kunt altijd een verzoek om te representeren weigeren, bijvoorbeeld als je voelt dat de ingebrachte problematiek voor jou echt te belastend is.
Onderscheiden van feiten en verhalen
De opsteller begint altijd met een kort voorgesprek. Daarin vertelt de vraagsteller waarin zij/hij inzicht wil. Meestal zal de opsteller iets meer willen weten over familieleden die volgens de vraagsteller een rol spelen. Sommige vraagstellers zitten vaak vol met (negatieve) verhalen over hun familieleden. Een goede opsteller weet interpretaties van feiten te onderscheiden en zal de vraagsteller stimuleren zich te beperken tot de feiten.
Wel: mijn moeder was veel ziek.
Niet: mijn moeder zat vol zelfmedelijden.
Wel: ik had weinig contact met mijn vader.
Niet: mijn vader hield niet van me.
Probeer dat soort interpretaties te negeren, want ze kunnen je als representant in een bepaalde richting forceren. Je staat dan niet meer open voor wat er in je op kan komen.
Niet denken maar voelen
Om een opstelling te beginnen, zijn er verschillende mogelijkheden. Je wordt door de vraagsteller in de ruimte geplaatst, of je mag zelf een plek kiezen. Van belang zijn de plek en je kijkrichting. Lichaamshouding is in dat stadium nog niet van belang, dat komt later. Neem het liefst een neutrale houding aan, zodat je ontspannen staat. Stem je af op je lichaam om je bewust te worden wat je gewaarwordt. Het kan helpen om even je ogen te sluiten en je aandacht te richten op je ademhaling.
Yvonne: “Als ik het veld binnenstap, ga ik met mijn volle aandacht en ademhaling naar mijn onderrug en wacht tot ik de betreffende persoon ‘voel’.” Richt dus je aandacht op je wat je lichamelijk en emotioneel gewaarwordt en niet op wat je denkt.
Voorbeelden van gewaarwordingen: misselijkheid, hoofdpijn of pijn in andere delen van je lichaam, vermoeidheid, de neiging om te gaan liggen, zenuwachtigheid, gejaagdheid, enzovoort. Kortom alles wat er in je lichaam kan gebeuren. Soms beginnen gewaarwordingen heel licht en subtiel en worden ze gaandeweg sterker. Als de opsteller vraagt wat je lichamelijk ervaart, vertel je dat.
Voorbeelden van gevoelens: verdriet, angst, opwinding, verliefdheid, bewondering, je verheven voelen boven een ander, boosheid enzovoort. Ook die vertel je aan de opsteller.
Wanneer je iets gewaarwordt, stem je daar dan op af, maar verlies je er niet in. Door gevoelens overdreven te uiten, ga je er juist bij weg. Probeer ook niet te begrijpen waarom je voelt wat je voelt, want dan ga je nadenken en weg bij je gevoel.
Relatie met andere representanten
Als alle representanten een plek hebben, kun je kijken of je contact met hen hebt en hoe dat contact is. Kijk een voor een naar de andere representanten en wordt je gewaar van wat je daarbij voelt. Kun je de anderen aankijken, of wil je dat juist niet? Het is daarbij van belang zo neutraal mogelijk te registreren wat je voelt en gewaardwordt en niet in te vullen of te interpreteren.
Bijvoorbeeld:
wel: ik voel me aangetrokken tot haar, ik wil naar haar toe, ik wil niets te maken hebben met haar.
niet: ik denk dat zij een moeilijke jeugd heeft gehad, ze heeft grote fouten gemaakt in haar leven.
Is het persoonlijk?
Soms zul je je afvragen of een gewaarwording afkomstig is van de persoon die je representeert of dat het je eigen persoonlijke reactie is. Als je sterk twijfelt dan is het goed dat aan de opsteller te melden. Bijvoorbeeld: deze situatie is voor mij heel herkenbaar en ik voel me nu ook precies zoals ik me in dergelijke situaties voel. Het is dan aan de opsteller om te beslissen of je in de opstelling blijft. Natuurlijk kan een situatie zo bedreigend voor je zijn dat het beter voor je is om je ‘rol terug te geven’.
Als je in elke opstelling dezelfde reactie op voelt komen, dan is er kans dat je niet bent afgestemd bent op de opstelling, maar dat dit een persoonlijke reactie is. Je wilt bijvoorbeeld elke keer weer gaan liggen. Bespreek dit met de opsteller.
Geen grensoverschrijdend gedrag
Je meldt je gevoelens in eerste instantie altijd aan de opsteller. Je hoeft niet altijd te wachten tot deze je erom vraagt. In veel gevallen is het melden voldoende en hoef je je gevoelens niet te uiten. Vooral bij woede is dat van belang. Er mag in opstellingen nooit sprake zijn van fysiek of verbaal geweld of grensoverschrijdend gedrag.
Wel: (tegen de opsteller) Ik ben echt heel boos op haar. Ik zou haar wel een klap willen geven.
Niet: Op een andere representant afstormen en die klap ook echt geven.
Niet verliezen in emotie
Sommige emotionele reacties zijn niet te voorkomen en als ze anderen niet schaden kun je ze toelaten. Bijvoorbeeld als je moet huilen, dan is er niets op tegen om de tranen te laten komen. Belangrijk met elke emotie is echter altijd dat je je er niet in verliest. Blijf je altijd bewust van jezelf. Overdreven emotionele uitbarstingen en hysterisch gedrag schaden de opstelling omdat je alle aandacht naar je toetrekt en het zicht op het geheel voor de opsteller verloren dreigt te gaan.
Antje-Martje: “Je wordt niet de persoon of het thema of de emotie die je representeert. Je kanaliseert de informatie die hij/zij/het doorgeeft. Je hoeft niet alles te ‘downloaden’. Dit kan namelijk zeer vermoeiend of intens zijn en niet extra helpend.”
Wanneer je in een opstelling vertrouwt op je gevoelens en je gewaarwordingen zul je een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de opstelling.
Ivo: “Mijn grootste leermoment was het echt durven vertrouwen dat alle wat ik voel en alles wat er gebeurt, klopt. Dat was in het begin best gek.”
Bewegen of niet
Het kan gebeuren dat je de behoefte voelt om naar een andere plek te lopen. Soms zal de opsteller je daartoe uitnodigen, maar het kan ook zijn dat je zelf het initiatief mag nemen. Als je twijfelt, meldt dat dan aan de opsteller.
Bijvoorbeeld: ik wil graag daar naar toe want ik wil dichtbij haar/hem zijn. De opsteller kan vragen er nog even mee te wachten, of je uitnodigen het te doen.
Wanneer je lang stil moet staan, kan het zijn dat je je verbinding met de opstelling verliest. Naar een andere plek in de ruimte gaan kan dan helpen.
Anouk: “Ik vind het fijn om soms even naar een andere plek te lopen of naast iemand te gaan staan, om even te voelen hoe dat is, en om te voelen of dat klopt of juist niet. Om opnieuw af te stemmen.”
Morele oordelen
In opstellingen kunnen allerlei vormen van gedrag aan de orde komen, ook gedrag dat we moreel veroordelen (en vaak terecht). In een opstelling is het echter de kunst om alles toe te laten wat zich aandient. Als er bijvoorbeeld sprake is van seksueel misbruik in een familie dan zullen niet alleen de slachtoffers maar ook de dader(s) gezien en gehoord moeten worden. In een opstelling gaat het er niet om één persoon weer gelukkig te maken, maar om de gezondheid van het familiesysteem als geheel te herstellen. Verstoringen in het systeem kunnen leiden tot individuele, psychische, lichamelijke en relationele klachten bij één of meer leden van het familiesysteem. Om als representant goed te kunnen functioneren is het de kunst om je oordelen opzij te zetten.
Weten hoe het hoort
Kennis van de theorie van familieopstellingen en veel boeken lezen, kan belemmerend werken. Er is in die theorie een ideaalbeeld van hoe een familie in elkaar zit en functioneert. Soms zal een opsteller een opstelling afsluiten door leden van een familie in een bepaalde volgorde neer te zetten. Je mag je in een opstelling nooit laten leiden door de ideale oplossing die je vanuit de boeken kent. Dan ben je bezig een probleem te fixen, of ga je op de stoel van de opsteller zitten. Zet dus alles wat je weet over familieopstellingen uit je hoofd zodra je als representant in een opstelling stapt. Ga ook nooit vanuit je kennis de opsteller beoordelen of zelfs corrigeren. Dat heeft een negatief effect op het effect van de opstelling.
Niets voelen
Het kan gebeuren dat je helemaal niets voelt of gewaarwordt. Dat is niet een bewijs dat je geen goede representant bent, want soms representeer je iemand die niets kon voelen. Wel is het van belang om dat desgevraagd aan de opsteller te melden.
Verlossende uitspraken
In de eindfase van een opstelling vraagt de opsteller aan een of meer representanten bepaalde zinnen te herhalen. Dit noemen we verlossende uitspraken.
Bijvoorbeeld:
Een vraagstelster die erg veel oordelen heeft over haar moeder en zich boven haar heeft geplaatst:
Moeder: Jij bent mijn dochter en ik ben je moeder.
Dochter: Ik ben jouw dochter en jij bent mijn moeder.
Verlossende uitspraken zijn bevestigingen van wat eerder werd ontkend. Ze hebben een bevrijdende werking. Iedereen die in of bij de opstelling aanwezig is voelt de kracht van dergelijke uitspraken. Als je als representant gevraagd wordt om zo’n uitspraak te doen, kan het nodig zijn om deze een paar keer te herhalen om te zorgen dat de woorden de juiste uitwerking hebben.
Rituele handelingen
Het kan nodig zijn om een negatief patroon te doorbreken een rituele handeling uit te voeren. Voorbeelden daarvan zijn:
buigen voor iemand of het lot;
een zware last teruggeven aan de persoon voor wie je die hebt gedragen;
uitreiken (vooral naar je vader of moeder);
naast een andere representant gaan liggen om je verbondenheid met die persoon te voelen;
op een stoel staan om te doorvoelen dat je je verheven voelt boven anderen.
De innerlijke beweging
Vaak zal de opsteller aan het einde van de opstelling de vraagsteller verzoeken zijn of haar eigen plek in de opstelling in te nemen. Verlossende uitspraken en rituele handelingen kunnen dan direct op de vraagsteller inwerken. Als de vraagsteller een niet-Nederlandse achtergrond heeft, is het belangrijk dat hij of zij de uitspraken in zijn of haar moedertaal doet. Verlossende uitspraken en rituele handelingen geen doel op zich, maar zijn bedoeld om bij de vraagsteller innerlijk iets te bewerkstelligen. We spreken van een innerlijke beweging en als die er is, dan is dat niet alleen voelbaar voor de vraagsteller, maar ook voor alle andere aanwezigen.
De opstelling beëindigen
Aan het einde van de opstelling eindigt ook je rol. Sommige opstellers doen dit ‘ontslaan uit de rol’ heel expliciet. De vraagsteller zegt dan tegen je: “Ik ontsla je uit je rol, je bent nu weer Marie” (naam van de persoon). Als dit niet gebeurt en je hebt het gevoel dat je in de emotie blijft hangen van de persoon die je representeerde, vertel dit dan aan de opsteller. Hij of zij kan je dan helpen om los te komen van de emotie. Overigens is er meestal sprake van een problematiek in de opstelling die jou persoonlijk heeft geraakt.
Opstellingen in stilte
Sommige opstellers doen opstellingen geheel in stilte om elke verbale verstoring te voorkomen. Voor zulke opstellingen geldt alles wat er in dit artikel staat alleen zul je dan nog meer mogen vertrouwen op wat je voelt en gewaarwordt. In zulke opstellingen bewegen de representanten op eigen initiatief.
In contact komen met je lichaam en je gevoel
Voor sommige mensen is het heel moeilijk uit hun hoofd (bovenstroom) te komen en in contact te komen met hun lichamelijke en emotionele reacties (onderstroom). Er zijn verschillende manieren om je lichamelijk en emotionele bewustzijn te versterken. Zo zijn er mindfulness oefeningen die daarvoor geschikt zijn, bijvoorbeeld de uitgebreide versie van de body scan. (Gratis te vinden op internet.) Ook Focussen is een heel geschikte techniek. Deze werd ontwikkeld door Eugene T. Gendlin. Zie het boek Focussen, gevoel en je lijf, De Toorts, Haarlem, 1981. Sowieso zijn alle vormen van bewuste lichaamsbeweging de moeite waar om meer in je lijf te komen: yoga, tai chi, chi gong enzovoort. Vooral grondings- en aardingsoefeningen zijn aan te bevelen. Ook daarvan vind je veel voorbeelden op internet.